Snoekjes groot genoeg om te verhuizen

Als de jonge snoeken groot genoeg zijn, zetten we ze over naar de Bergse Plassen. Daar hebben de vissen ruimbaan en kunnen ze verder groeien.
Goed voor waterkwaliteit
Een goede balans van vissoorten in de Bergse Plassen is goed voor de kwaliteit van het water. Om te zorgen voor een gezonde snoekstand, hebben we ruim vijftien jaar geleden een snoekenpaaiplaats aangelegd in het Berg en Broekpark aan de Bergse Achterplas in Hillegersberg (naast kinderboerderij De Wilgenhof). Een paaiplaats is een plek waar vissen paren en eitjes afzetten. Snoeken die rijp zijn om te paaien (paren/voortplanten), zwemmen terug naar hun geboorteplaats om zich voort te planten.

Kraamkamer voor snoeken
De basis van de paaiplaats in het Berg en Broekpark is een stuk grasland met een laagje water erop. In februari/maart zwemmen de vissen hiernaartoe via een vistrap. Het ondiepe water is iets warmer dan het water in de grote plas en de begroeiing biedt snoeken een beschutte plek om zich voort te planten. Aan het eind van het voorjaar -als de jonge snoeken groot genoeg zijn- laten we het laagje water weer wegstromen. De paaiplaats valt dan langzaam droog en de snoeken gaan via de watergangen met de stroom mee naar de Bergse Achterplas. Daar vinden de volwassen snoeken samen met hun jonkies een leefplaats tussen de water- en oeverplanten en ruimte in het water om verder te groeien. Snoeken worden ongeveer 55 centimeter en soms zelfs nog langer. Na drie jaar zijn snoeken paairijp en trekken ze voor het eerst terug naar hun geboorteplek, de paaiplaats.